Modern Vietnam

Gisteren had ik wat pech. Ik ben naar de Big C supermarkt, de grootste supermarkt in Huế, geweest en normaal houd ik daar geld aan over, maar het liep niet helemaal zoals gepland. Als je daar minimaal 200.000 đong besteed, krijg je 2.000 đong korting voor de bromfietsstalling. Maar ik ben met de fiets en het stallen van de fiets kost maar 1.000 đong. Dat is dus telkens 1.000 đong verdient. Onderscheid maken zal wel nauwelijks voor ze lonen. Ik ben een zeldzame uitzondering op de fiets. De stalling is afgeladen met scooters en er staat maar een handvol fietsen en die zijn dan nog meestal van tieners. Maar helaas de rekening was maar 197.000 đong. Niet gratis parkeren deze keer. En terug op de hotelkamer bemerkte ik, dat ik vergeten was melk te kopen. Eigen schuld dus.
Meestal ga ik naar de Co.op Mart. Ja, Mart, tegenwoordig moet hier ook alles in het Engels. Die is net iets dichterbij. Daar krijg ik ongeacht de besteding gratis parkeren. Alleen kan ik er daar niet aan verdienen. Ik krijg geen geld, maar een strookje van de kassabon is je parkeerticket. Bij de Co.op was de Goudse kaas uitverkocht, daarom was ik deze keer naar de Big C gegaan. Dat hielp niet, ook daar een lege plek. De importeur is zeker door de voorraad heen. De Vietnamees kan een goed stukje kaas tegenwoordig ook wel waarderen. Wat ze hier naast deze Goudse als kaas verkopen, is de naam kaas niet waardig.
Recent is er een grote supermarkt bijgekomen. Midden in stad is een moderne hoge toren van tientallen verdiepingen verrezen, met daarin een hotel, diverse restaurants, een bioscoop en winkels, waaronder dus een supermarkt. Ik ben er nog niet achter, of ik daar ook gratis mijn fiets kan stallen.
Het is het Vin Com Plaza. Eigendom van de Vin Group, een groot concern dat in van alles en nog wat inverteert. Zij zijn straks ook de sponsor van de F1 Grand Prix in 2020 in Hanoi. Ik verwacht trouwens, dat Heineken deze Grand Prix ook wel zal willen sponsoren. Vietnam is een van de belangrijkste markten voor Heineken.
Vin klinkt misschien wel Vietnamees, maar het is een van oorsprong Oekraïens bedrijf. De Big C is een Thais bedrijf met een Franse moeder (Casino). De Co.op is geloof ik wel echt Vietnamees.
Naast de supermarkt zitten erin het Vin Com Plaza onder andere een paar juweliers, een Samsonite dealer (hier denk ik wel de echte koffers), een speelgoedwinkel en een electronicazaak. Het ziet er allemaal erg luxe uit.
Als een van jullie nog plannen heeft om Vietnam te bezoeken, dan mag je wel opschieten. Het zal niet zo lang meer duren of Vietnam is een land als alle andere. Prettig voor de Vietnamezen, maar toeristisch toch wat minder. De bezienswaardigheden waren toen ruïnes, nu zijn het nieuw herbouwde toeristenattracties. De supermarkt was toen de markt. Restaurants zien er tegenwoordig uit als westerse restaurants. Ze presteren het hier tegenwoordig ook al om meer decoratie dan eten op je bord te leggen. De ouderwetse van-alles-en-nog-wat-winkeltjes, waar in elk hoekje de handel was opgestapeld en met wat krukjes op de stoep waar je koffie of bier kon drinken en zelfs kunt eten, zijn rap aan het verdwijnen.

Dagelijks eet ik hier yoghurt met kleine stukjes fruit erin. Mijn favoriete smaak is nha đam. Nha đam is echter geen vrucht maar aloë vera, een grote vetplant. Juist, dat spul van de shampoo. Op de markt kun je de bladeren van deze plant kopen. Dat ziet er uit als een boel werk, dus dat laat ik maar liggen. Deze week zag ik in de supermarkt kant en klaar vruchtvlees van de plant. De kans om het eens te proberen. Het kost zo goed als niets, schoongemaakt en al voor minder dan 20 cent per kilo. Zelfs voor Vietnam goedkoop. Fruit kost hier soms evenveel als in Nederland, soms zelfs wel meer. Het is even wennen, het smaakt wat bitter, maar met wat suiker goed te eten. Ik denk dat de yoghurtfabriekant ook wel een redelijke lading suiker toevoegt.

Regelmatig vertel ik jullie over de alom aanwezige namaak. Nou, dat komt niet omdat de politie er niets aan doet. In Ho Chi Minh Stad is een winkel door de politie betrapt op het verkopen van namaak-merkhorloges. Dat heb ik gelezen op een (Engelstatige) Vietnamese nieuwssite. Die journalist moet toch een groot gevoel voor humor hebben.

Vrijdagavond had ik eigenlijk wel Nederland Frankrijk willen kijken, maar dat was hier niet vrijdagavond, maar zaterdagochtend kwart voor drie. En dat had ik er toch echt niet voor over. Maar daarom niet getreurd, er was een alternatief. Vietnam speelde tegen Maleisië. Een poulewedstrijd voor de AFF Suzuki Cup. Dat is het Asean-kampioenschap. (Asean is het samenwerkingsverband van 10 landen in zuidoost-Azie.) En Suzuki is de motorfiets. Dat laatste lijkt een flauwe opmerking, maar in Vietnam mag Suzuki rustig wat aan zijn naamsbekendheid doen. Op de een of andere manier heeft Suzuki hier de boot volledig gemist. Honda is hier de absolute nummer 1. Op grote afstand gevolgd door Sym, vervolgens Yamaha, incidenteel een Vespa, maar een Suzuki zie ik nooit.

Net als Nederland heeft ook Vietnam met 2-0 gewonnen.